dinsdag 27 november 2012

Honing, eiwit & amandelen

 
Regio 6: Roussillon-Languedoc-Les Cévennes, deel 1: Touron
Een aantal jaren geleden bezocht ik de oude citadel van Carcassonne: La Cité. Binnen de muren van de burcht waan je je af en toe in de Middeleeuwen. Ok, je moet alle toeristen, fotocamera’s en buideltasjes wegdenken en je afsluiten voor de Japanse teksten van de man achter je, die de stad al filmend doorloopt. Als je een rustig steegje vindt en omhoog kijkt naar de kleine balkons en de vaal-oranje dakpannen, kijk je naar het verleden. Tussen de wirwar van smalle straatjes liggen pleintjes verscholen met romantische fonteintjes. Als je goed zoekt vind je een kleine bakkerij waar de beste bonbons en de heerlijkste regionale specialiteiten worden verkocht, waaronder Touron. Een soort noga uit het Zuiden van Frankrijk. Harder dan gewone noga en gemaakt op basis van honing, eiwit en amandelen.

Ik vond een mooie Frans recept, waarbij stap voor stap wordt uitgelegd in welk pannetje je op welk moment moet roeren om zelf Touron te kunnen maken. Net als bij noga gaat het bij Touron om de juiste temperatuur van de honing en de suiker. Nu kon ik eindelijk gelegitimeerd naar de cakeshop voor het aanschaffen van een echte suikerthermometer. Gewapend met mijn nieuwe thermometer en een mise-en-place waar je 'u' tegen zegt omdat je tijdens het roeren in de pannen handen tekort komt, ben ik het Touron-avontuur aangegaan. Na het compleet innemen van alle hoeken van de keuken, het gebruiken van mijn totale voorraad pannen en het onbedoeld verbranden van manlief’s hand (sorry, sorry, sorry!), kon ik na een paar uur mijn tanden zetten in de delicatesse uit le Midi.

Uit de regio Roussillon-Languedoc-Les Cévennes: amandelen, hazelnoten en honing
Recept: Touron met gekonfijte sinaasappelschil


Het notenmengsel, gekonfijte sinaasappel en mijn nieuwe suikerthermometer!

Touron in pieces.

Ingrediënten:
Voor het konfijten van de sinaasappel:
de schil van een biologische sinaasappel, in reepjes gesneden
5 dl water
350 g suiker

Voor de Touron:
275 g gepelde amandelen, pijnboompitten en hazelnoten
15 g vloeibaar eiwit (ongeveer de helft van het eiwit van een ei)
85 g suiker (deel 1)
10 g suiker (deel 2)
60 g vloeibare honing
25 g glucosestroop
40 ml water
2 vellen ouwel (eetbaar papier)

Wat je verder nodig hebt:
een suikerthermometer

1. Voor dit gerecht konfijtte ik eerst de sinaasappel. Doe de suiker en het water in een pan met dikke bodem en breng het aan de kook. Voeg de reepjes sinaasappelschil toe en kook de reepjes ongeveer een half uur mee. Verwijder de reepjes en laat uitlekken.

Vanaf hier is het handig om alles wat je nodig zult hebben klaar te zetten, zodat je je handen vrij hebt. Zet een grote pan met een laag water klaar en plaats er een (vuurvaste) kom bovenop (voor het ‘au bain-marie’-gedeelte), een steelpan voor het verwarmen van het suiker/glucose mengsel, een pan voor het koken van de honing, een vuurvaste kom waarin de eiwitten worden geklopt en waar de hete honing zal worden toegevoegd, een mixer, een suikerthermometer, een grote pan voor het roosteren van de amandelen, pijnboompitten en hazelnoten. Snij de reepjes gekonfijte sinaasappel in stukjes en leg de twee stukken ouwel klaar, waartussen je de harde noga straks zal uitspreiden.

2. Doe de honing in een kleine steelpan en breng zachtjes aan de kook. Om het grootste deel water uit de honing te laten verdampen, moet je het (langzaam!) verwarmen tot 121 ° C. Check de temperatuur met de suikerthermometer.
3. Laat ondertussen in een andere pan de 85 g suiker (deel 1), glucosestroop en 40 g water op laag vuur opwarmen tot het mengsel 150 ° C heet is.
4. Wanneer de honing de temperatuur van 121° C nadert, klop dan het eiwit (15 g) stijf met 10 g suiker (deel 2) en een snufje zout.
5. Als de honing 121° C is, voeg het dan voorzichtig bij het geklopte eiwit, terwijl je met de garde blijft kloppen (koken is soms net acrobatiek...behalve als je een KitcheAid hebt;-))
6. Als het suiker/glucosemengsel verwarmd is tot 150 ° C kun je deze ook voorzichtig bij het honingmengsel gieten.
7. Zorg er ondertussen voor dat het water in de pan die onder de au bain-marie-kom staat, kookt. Zodra dit water kookt kun je het honing/eiwit/suikermengsel overspatelen in de kom. Laat het mengsel ongeveer een half uur tot drie kwartier op de kokende pan staan (zorg ervoor dat de pan met water niet droogkookt). Dit is het langste onderdeel van het kookproces: je moet de massa namelijk voortdurend blijven roeren. Als je stopt met koken krijg je een soort vloeibare noga die niet uit zal harden. Door de verdamping van al het water wordt de noga hard. Hoe langer je door blijft roeren, hoe harder de noga zal worden. Als je hele harde noga wilt, kun je er nog een extra kwartier roeren aan vast plakken, dan wordt de noga hard en bros. Maar let op, als je de hoeveelheden van het recept verdubbeld, zal het meer tijd kosten om de massa de juiste structuur te geven.
8. Terwijl de noga au bain-marie zijn vocht staat te verdampen kun je de amandelen, pijnboompitten en hazelnoten roosteren in een pan. Bak ze in ongeveer 10 minuten licht goudbruin.
9. Na 30-45 minuten wordt de noga steeds taaier en wordt het moeilijker om door te roeren. Je hebt de juiste structuur bereikt. Voeg nu het nog warme notenmengsel en de stukjes gekonfijte sinaasappel toe aan de noga. Het notenmengsel moet nog flink warm zijn, anders verlaagt het de temperatuur van de noga en kun je het geheel niet meer door elkaar heen mixen. Meng het notenmengsel goed door de noga heen.
10. Spreid het mengsel direct uit over het stuk ouwel (eetpapier). Ik gebruikte een A4 formaat ouwel, maar dit was eigenlijk iets te groot. Druk de noga aan met de achterkant van een lepel en leg het tweede stuk ouwel bovenop de noga om het af te dekken. Rol voorzichtig met een deegroller over het pakket, zodat de massa zich gelijkmatig verspreidt en het geheel overal ongeveer even dik is.
11. Snij de noga in stukken. Je kunt het bewaren in een luchtdichte doos, of gewoon meteen uitdelen en opeten;-)
Om het originele, Franse recept met foto’s van alle stappen te bekijken bezoek dan deze site: www.lacuisinedebernard.com

vrijdag 23 november 2012

Een kijkje in de keuken



Omdat ik vaak vragen krijg over mijn blog, mijn recepten, mijn eten en over alles daaromheen heb ik besloten een paar van deze vragen hier op mijn blog te beantwoorden. Een kijkje in de keuken;-)

Hoe lang ben je blogger?
Ik ben in april 2011 begonnen met mijn blog. Door een cursus column schrijven bij Aaf Brandt Corstius ben ik op het idee gekomen om mijzelf een uitdaging op te leggen: een jaar lang elke week een stuk schrijven. Na het eerste blogjaar (elke week een excuus voor taart), heb ik in mei 2012 besloten om door te gaan met bloggen over eten. Dit tweede blogjaar staat in het teken van de Franse patisserie en reis ik virtueel door 12 verschillende regio's in Frankrijk. Ik schrijf over de dingen die ik bak, maar het verhaal gaat vaak ook over totaal andere dingen die op mijn pad komen. Het bakken is een hobby, het schrijven en delen van mijn verhalen en recepten is mijn passie. Dit doe ik naast mijn gewone werk als vormgever.

Waarom schrijf je over taart en Franse patisserie?
Om wekelijks een stuk te kunnen bloggen vind ik het leuk om te schrijven over zaken waar ik blij van word. Ik hou ontzettend van eten en heb een zwak voor alles waar suiker in zit. Ik vind het heel fijn om in de keuken bezig te zijn en mooie dingen te koken/bakken. Ik heb het schrijven over het bakken van taarten en Franse patisserie als uitgangspunt genomen omdat het een manier is om de liefde voor koken met mensen te delen. Ik hoop mensen aan te sporen om zelf het keukenschort aan te trekken: go give it a try!




Je maakt elke week een taart: (hoe) blijf je op gewicht?!
Die wekelijkse uitspatting van het maken van iets zoets had ik ook al voordat ik begon met bloggen. Ik ben het dus al gewend;-) Ik denk dat het de truc is om een balans te vinden. Dit geldt eigenlijk voor alles wat je doet in het leven. Als ik op vrijdagavond laat in de keuken beland en daar een heerlijke key-lime pie of chocoladetaart maak, kan ik het echt niet laten om de ingrediënten te proeven of om regelmatig een en ander te 'testen'. In het weekend kan de taart dan (liefst met zoveel mogelijk mensen want hoe meer zielen hoe meer vreugd) zonder schuldgevoel opgegeten worden. Ik ben er van overtuigd dat taarten die je zelf maakt, met eerlijke ingrediënten en een hoop liefde, niet per se slecht voor je zijn. Ik compenseer natuurlijk wel door de rest van de week de nadruk te leggen op gezond eten.




Je zegt dat je compenseert door gezond te eten. Haal je daar net zoveel voldoening uit?
Veel mensen zien alleen mijn zoete kant, maar ik kook juist erg gezond. Ik vind het heerlijk om met de seizoenen mee te koken. We hebben een moestuin, dus alles wat daar groeit aan groente en fruit belandt supervers op ons bord! Ik kook graag gerechten met veel groente, eet weinig vlees (als ik het wel koop, dan het liefst biologisch of van een lokale slager die mij precies kan vertellen waar hij zijn vlees vandaan haalt), veel vis en heel veel fruit. Ik bak graag zelf mijn pizza's (from scratch) en maak zelf pastadeeg & brood als ik er tijd voor heb. Ik ben afgestapt van het koken met pakjes, omdat het veel leuker is om een maaltijd te maken zonder toevoegingen die je niet kan uitspreken. Ik vind het belangrijk om niet teveel stoffen binnen te krijgen als conserveringsmiddelen, E-nummers, antioxidanten, zout en suiker (wie had dat gedacht;-)). Voor het koken van de doordeweekse maaltijd haal ik veel inspiratie uit kookboeken en bladen. Het kost misschien een klein beetje meer tijd om verschillende dingen uit te proberen, maar het levert veel voldoening op. Ik heb geluk met twee kinderen die alles lusten en het zelf leuk vinden om mee te helpen in de keuken. Jong geleerd is oud gedaan;-) Ik laat ze altijd alles proeven en heb gemerkt dat het blijven aanbieden van nieuwe smaken werkt. Ze leren de smaken kennen en eten na verloop van tijd met plezier mee. Ik leer ze graag hoe lekker gezond eten kan zijn...en hoe waanzinnig leuk het is om daarnaast te genieten van (zelfgemaakte) taart.

Klik hier om de rest van de vragen te lezen (FAQ)




zondag 18 november 2012

Suikergoed & appeltjes van Oranje


Deze week even pas op de plaats: we zijn hier namelijk helemaal 'stuffed turkey' van alle Hollandse (zelfgemaakte) pepernoten & speculaas, marsepein en al het oud-Hollandse suikergoed dat een mens zich kan voorstellen! Ik kan echt even geen taart meer zien (en dat zegt veel;-)). Ter inspiratie voor iedereen die nog wel een gaatje over heeft voor komende Sinterklaasweken verwijs ik graag naar de Sweet Table die ik vorig jaar voor de Sweet Table Contest in elkaar draaide: een tafel vol Hollandse Sinterklaas taferelen! Als ik over een paar dagen weer een normaal suiker-level heb bereikt ga ik door met regio 6 van mijn trip door zoet Frankrijk!
• Lees hier alles over de Sweet Sinterklaas Table

Of misschien word je wel blij van het maken van een taart in de vorm van het boek van Sinterklaas:
• Maak zelf een Sinterklaas-taart!

Eigen borstplaat maken is ook echt het proberen waard:
• Zo maak je je eigen home-made borstplaat

En voor iedereen die zelf langs wil bij Sinterklaas:
www.huisvansinterklaasinutrecht.nl





maandag 12 november 2012

Bardot & La Tarte Tropézienne



Regio 5: Provence-Alpes-Côte d’Azur,
deel 4: ‘And God created woman…’
Toen de uitgehongerde filmcrew van regisseur Roger Vadim in 1955 na dagen filmen op een strand bij St. Tropez de tanden kon zetten in een taartje, gemaakt door een uit Polen afkomstige bakker, werd er geschiedenis geschreven. Dit taartje uit St. Tropez heeft zijn naam te danken aan Brigitte Bardot, hoofdrolspeelster in de film ‘And God created woman…’, die zo gek was op de taart dat zij besloot de taart te voorzien van een echte naam: La Tarte Tropézienne. Bardot; actrice, model, sexbom, vamp, zangeres, mannenverslindster en het gezicht van het decadente Zuiden wordt in 1934 geboren in Parijs, opgeleid tot ballerina en begint met modellenwerk op 15-jarige leeftijd. In 1952 is ze voor het eerst te zien op het witte doek in 'Le Trou Normand'. In hetzelfde jaar trouwt ze op 18-jarige leeftijd met regisseur Roger Vadim en speelt ze de hoofdrol in zijn film ‘And God created woman’ (1956). Een paar jaar later scheiden ze en Bardot stort zich in vele nieuwe liefdeslevens met onder andere Jacques Charrier, de Duitse miljonair Gunther Sachs, politicus Bernard d’Ormale, zanger Serge Gainsbourg, Sacha Distel en Jean-Louis Trintignant (acteur). Een mooie opsomming. Bardot heeft deze taart wereldberoemd gemaakt en het feit dat zij er niet vanaf kon blijven stemt mij vrolijk. Deze mooie actrice leefde niet enkel op sigaretten, water en wijn, maar kon ook genieten van een stevig taartje op zijn tijd.

La Tarte Tropézienne heeft veel weg van een ordinair Nederlands puddingbroodje, maar dan chiquer. Het broodje is gemaakt van een brioche-achtig deeg en de subtiele smaak van Fleur d’oranger (oranjebloesemwater) geeft een exotisch tintje aan de crème patisserie. De uit Polen afkomstige bakker Alexandre Micka werd door de aandacht van Bardot in een klap beroemd. Voor zijn kleine bakkerij in St. Tropez staan vandaag de dag nog lange rijen mensen die een echte Tropézienne willen proeven. Het familierecept hield hij geheim en gaf hij door aan zijn opvolger Albert Dufrêne, die met de Tropézienne geheel Zuid Frankrijk (en verder) verovert. Met diverse vestigingen van de bakkerij en een enorme expansiedrift (hij produceert in zijn bakkerijen zo’n 2000 taarten per dag) weet hij de ronde vormen van (vrouwelijk) Frankrijk flink te verstevigen.

Hoewel het recept eigenlijk geheim is, vond ik toch een mooie benadering op het internet van Herve Cuisine.

Uit de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur: 'And God created woman…'
Recept: mini tartes Tropézienne



Brioche-broodjes.

Met grove stukken suiker.

Net uit de oven...
La mini Tarte Tropézienne.

Met een vulling van crème patisserie!


Ingrediënten:
350 g bloem
150 ml lauwe melk
50 g suiker
1 snuf zout
1 ei
half zakje bakkersgist

1 el fleur d'oranger
75 g gesmolten roomboter

voor de vulling
450 ml melk
3 eieren (2 heel, 1 eigeel)
150 ml slagroom
125 gr roomboter
vanillestokje
150 g suiker
60 g maizena
Voor de decoratie:
1 ei, losgeklopt
grof suiker of 6 suikerklontjes, grof gestampt in een vijzel

1. Maak eerst het deeg voor de brioche-broodjes. Het deeg moet ongeveer twee uur rijzen. Doe de melk, suiker, het ei, een snufje zout, de gesmolten boter, een eetlepel fleur d'oranger in een kom en zeef de bloem erboven. Voeg de helft van een zakje instantgist toe (3,5 g).
2. Kneed het geheel in ongeveer 6 minuten in een keukenmachine tot een soepel deeg (10 minuten als je het met de hand doet).
3. Maak een mooie bol van het deeg. Plaats de bol in een schone kom, dek af met plastic folie en zet weg op een warme plek om te laten rijzen. Laat minimaal 1 uur staan (liefst langer).
4. Als het deeg mooi gerezen is (verdubbeld in hoeveelheid), kneed het deeg dan weer goed door, zodat de lucht uit het deeg is en het deeg weer slinkt. Verdeel het deeg in 8 stukken en draai mooie bolletjes. Plaats de bolletjes op een met bakpapier beklede ovenplaat en druk de bolletjes iets plat. Zorg voor ruimte tussen de bollen.
5. Plaats de ovenplaat met de 8 bollen in een oven met een temperatuur van ongeveer 30º C en laat de bollen op deze manier nog een half uur in de oven rijzen.
6. Maak intussen de vulling door het merg uit het vanillestokje te schrapen en het merg en het stokje samen met de melk in een pan met dikke bodem op te warmen tot het kookpunt.
7. Klop in een andere kom de suiker en de eieren (twee hele eieren en een eierdooier) tot een zachtgeel en romig geheel.
8. Voeg de maïzena toe en mix het goed door het mengsel totdat het geheel mooi glad is. Verwijder het vanillestokje uit de melk en roer de gekookte melk voorzichtig door het ei-suikermengsel heen.
9. Doe het geheel terug in de pan, voeg de vloeibare slagroom toe en verwarm zachtjes, onder voortdurend roeren, tot het mengsel dikker wordt van structuur.
10. Haal de pan van het vuur, voeg de boter toe en mix tot het geheel een mooie gladde structuur heeft. Laat afkoelen en zet weg in de koelkast.
11. Haal de gerezen bollen uit de oven. Klop een ei los en bestrijk de gerezen bollen met een kwastje, zodat ze een mooi laagje krijgen. Besprenkel de bollen met grof suiker. In Frankrijk kun je grote stukken suiker kopen in de supermarkt, maar ik heb ze helaas niet meegenomen deze zomer. Om toch grof suiker op de Tropézienne te kunnen strooien heb ik 6 suikerklontjes grof gestampt in de vijzel; werkt ook prima).
12. Plaats de ovenplaat met de bollen in een voorverwarmde oven op 175º C (160º hetelucht), gedurende 20 minuten.
13. Haal de bollen uit de oven als ze mooi bruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster en snijd ze voorzichtig doormidden.
14. Vul een spuitzak met de crème en spuit een mooie sliert op de onderste helft van de Tropézienne. Plaats de bovenste helft er bovenop en voilà: La (mini) Tarte Tropézienne.

maandag 5 november 2012

Zien en gezien worden



Regio 5: Provence-Alpes-Côte d’Azur - deel 3: spiegeltaart
Zuid Frankrijk is glamour, luxe, decadentie en daarom bij uitstek de plek voor gracieuze taartjes. De verfijnde Franse patisserie is in heel Frankrijk te vinden, maar ik kan me zo maar voorstellen dat de taartjes bij de ‘thé’ er in dit deel van Frankrijk een stuk mooier uit moeten zien dan elders. Gewoonweg omdat het daar draait om uiterlijk vertoon. Zien en gezien worden, dat is het motto. Dus ging ik deze week de uitdaging aan: een Frans taartje met allure uit een oud kookboek van Le Cordon Bleu (‘s werelds meest beroemde kookschool).

Whaa eng, want Le Cordon Bleu is hogere wiskunde! Ik koos het recept van de miroir passion uit om te maken. Ik liep meteen al tegen een probleem aan: ondanks het seizoen is er geen passievrucht te vinden in de wijde omgeving van mijn huis, dus om het geheel ingewikkeld te maken heb ik een aanpassing in het recept gemaakt: heerlijke frambozen (van Driscoll's) in plaats van passievrucht. Ik hoop niet dat de hoge heren (en dames) van het Cordon Bleu kook-instituut mij hierom op een zwarte lijst zullen plaatsen...

Truc bij het maken van Franse patisserie is rust, geduld en alles stap voor stap uitvoeren, maar zelfs daarmee ontkom je niet aan het feit dat ze er bij Le Cordon Bleu voor het gemak vanuit gaan dat je weet wat een zachtewener is, hoe lang je moet kloppen totdat het goed is en dat je armspieren ontwikkeld genoeg zijn om dat vol te houden. Ik zou zo graag les hebben daar. Omdat het zien van een handeling zoveel meer duidelijk maakt dan het volgen van instructies uit een kookboek. Gelukkig staan er in dit kookboek wel veel afbeeldingen van technieken.
Die zachtewener is een soort sponsachtige cake, die veel weg heeft van een eierkoek. Ik was na tien minuten nog niet overtuigd: de bleke cirkel op de bakplaat was vast nog niet goed genoeg en dus liet ik ‘m nog wat verder doorbakken: fout! Dan wordt de zachtewener te hard en hebben je gasten een elektrisch broodmes nodig om stukjes van de taart te kunnen eten. De zachtewener moet dus niet te lang in de oven. Het maken van de mousse vereist spierkracht vanwege het lange kloppen om het ei niet te laten stollen, maar de smaak van het resultaat is die work-out wel waard. Het maken van de lagen van de taart was ook nog een hele uitdaging. Hoe krijgen ze die eerste laag mousse zo recht? En de tweede zachtewener laag er zo mooi bovenop? Zie je wel; toch hogere wiskunde. Volgende keer laat ik eerst de eerste laag opstijven in de vriezer voordat laag twee er bovenop gaat. Als je de taart hebt laten opstijven, geglaceerd hebt en de springvorm voorzichtig hebt verwijderd komt er een prachtig taartje te voorschijn die glimt als een spiegel. Elegant genoeg voor de Côte d’Azur? In ieder geval lekker genoeg voor bij mijn ‘tasse de thé’.

Uit de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur: spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
Recept: Miroir framboise - spiegeltaartje met frambozen


Miroir framboise.


Supermooie frambozen van Driscoll's!



Een mes van Macknife gaat overal doorheen!

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...

Elegant puntje!



Ingrediënten:
1,5 dl melk
5 eierdooiers
100 g suiker
3 gelatineblaadjes, in koud water geweekt
150 g vruchtvlees van frambozen, gezeefd
2,5 dl slagroom, stijfgeklopt

Voor het glazuur:
abrikozenjam, gesmolten en gezeefd

Voor het zachtewenerbeslag:
4 eieren
125 g fijne kristalsuiker
125 g bloem, gezeefd

Voor de siroop:
45 g suiker
0,5 dl water
eventueel: 1 eetlepel frambozensap
Voor de garnering: een handvol frambozen

1. Verwarm de oven voor op 180º C (160º hetelucht).
2. Maak het beslag: doe de eieren en suiker in een kom op een pan kokend water (au bain marie) en klop tot het mengsel dik is. Het duurt even, dus klop flink door, tot het mengsel echt dik is en als een lint van de lepel rimpelt. Haal de kom van de pan en blijf roeren tot het mengsel is afgekoeld.
3. Roer er beetje bij beetje de bloem door.
4. Doe het beslag in een spuitzak en spuit het beslag op twee met bakpapier beklede bakplaten. Maak twee cirkels van 23 cm doorsnee (het eindresultaat ziet eruit een soort grote eierkoek).
Bak ze 10 minuten in de voorverwarmde oven, totdat het gebak stevig aanvoelt. Het gebak hoeft niet super stevig en donker van kleur te zijn, want dan zijn de zachtwenerlagen te hard in de taart. Haal uit de oven en laat afkoelen op een rooster.
5. Maak ondertussen de mousse: breng de melk in een pan met dikke bodem aan de kook. Klop de eierdooiers met de suiker in een andere kom tot een dikke, lichtgele massa. Voeg al roerend een paar eetlepels kokende melk toe aan dit eiermengsel (familie maken; je laat de verschillende mengsels zo alvast aan elkaar wennen, zodat ze straks gemakkelijker samenkomen tot een geheel). Giet het mengsel bij de hete melk in de pan en verhit dit geheel voorzichtig onder voortdurend roeren tot een saus die dik genoeg is om de achterkant van een lepel te bedekken, zonder dat het er direct weer vanaf druipt.
6. Laat de gelatineblaadjes uitlekken, los ze op in de hete saus (maar laat niet meer koken, want daar kan gelatine niet tegen en verliest zo al zijn bindkracht!). Roer het vruchtvlees van frambozen door het mengsel (zonder de pitjes!) en laat de saus afkoelen.
7. Klop intussen de slagroom met wat suiker flink stijf. Spatel de slagroom door de afgekoelde saus.
8. Leg een plak zachtewener in een springvorm van 23 cm doorsnee. Maak de siroop door suiker, water en eventueel het frambozensap al roerend aan de kook te brengen en af te laten koelen. Bestrijk de zachtewener met de helft van de siroop met behulp van een kwastje.
9. Bedek het gebak met de helft van de mousse. Als je veel tijd hebt zou ik deze eerste laag nu even laten opstijven in de vriezer, zodat hij gelijkmatig verspreid hard wordt. Bij minder tijd: voorzichtig de tweede laag zachtwener bovenop de mousse plaatsen en de rest van de mousse bovenop deze tweede laag spatelen. Strijk het oppervlakte glad en laat de taart in de koelkast opstijven.
10. Na een paar uur opstijven kan de taart worden geglaceerd met afgekoelde abrikozenjam.
11. Verwijder de springvorm voorzichtig en decoreer met frambozen.