Een tijd geleden vroeg iemand mij wat mij troost. Beetje een gekke vraag die mij werd gesteld tijdens een experimentele lunch die alles op scherp zette. Troost? Tsja... uhm. Mooie dingen? Kunst? Interactie tussen mensen? Ik kon niet direct bedenken wat te antwoorden. Maar de vraag bleef nog wel een paar dagen door mijn hoofd spoken. Troost. Is dat niet zoiets als het vullen van leegte? Het wegwerken van pijn? Is het eigenlijk niet stiekem iets waar we continue mee bezig zijn? Terug te brengen naar een verlangen naar geborgenheid, het wegwerken van gemis en het dragelijker maken van alles? Sommigen van ons worden emotie-eters en laten zich troosten door gerechten waar je je fijn door voelt. Comfortfood. Emotionele zuivering (Catharsis!) door eten. Maak ik mij vast ook wel eens schuldig aan;-) Maar meer nog dan dat ben ik een troostbakker: ik kook om te delen, te raken en te troosten. Ik haal troost uit het verbinden van lekker eten met een fijn moment. Om de pijn voor te zijn als het ware. Om te verzachten, als buffer voor slechtere tijden (mochten die er onverhoed ooit komen). Herinneringen bouwen door momenten vorm te geven. Het moment verbinden aan geur, smaak en een gevoel van comfort. Het biedt mij troost het moment te raken en er een herinnering van te maken die terug te halen is. Als troostbuffer... voor mijzelf, maar vooral voor de mensen om mij heen. Hoop dat dat lukt;-)
Recept: Citroenbroodjes
Ingrediënten:
250 ml melk
anderhalve tl droge gist
90 g suiker
65 g gesmolten boter
450 g patentbloem
snufje zout
Voor de vulling:
5 el zachte roomboter (niet gesmolten)
120 g suiker
2 tl kaneel
rasp van 1 citroen
1. Verwarm de melk op laag vuur tot lichaamstemperatuur.
2. Neem de pan van het vuur en voeg de gist en suiker toe. Klop het mengsel door en laat het 3 minuten rusten. Roer dan de gesmolten boter erdoor.
3. Meng de bloem en het zout in een kom en maak een kuiltje in het midden. Giet het boter/suikermengsel erin en meng het geheel goed tot een samenhangend deeg. Als het te plakkerig blijft kun je voorzichtig wat bloem toevoegen.
4. Kneed het deeg tot een mooi glad deeg en leg het in een licht geoliede kom. Dek af met huishoudfolie of een schone theedoek en laat het op een warme plaats rijzen (het volume zal ongeveer verdubbelen).
5. Rol het deeg uit met een roller (ik doe dit meestal tussen twee vellen bakpapier) tot een rechthoek van 30 bij 60 cm.
6. Bestrijk het uitgerolde deeg met de zachte roomboter. Strooi vervolgens de suiker, de kaneel en ten slotte de citroenrasp over de boterlaag.
7. Rol het deeg in de lengte op tot een lange rol en snijd deze in stukken van ongeveer vier cm.
8. Verwarm de oven voor op 220ºC (200º hetelucht).
9. Beboter een bakvorm en leg de rolletjes op hun kant in de vorm (er mag ruimte tussen zitten, want ze zullen groter worden in de oven en elkaar raken).
10. Dek af met een schone theedoek en laat de rolletjes nog zo’n twintig minuten rijzen op een warme plek.
11. Bak de citroenbroodjes in 12-15 minuten tot ze mooi goudbruin van kleur zijn.