maandag 14 januari 2013

Fouace




Regio 7: Haute-Garonne, Aveyron & Auvergne, deel 1: stevig stukje
Eigenlijk is het een grappig fenomeen: het claimen van bepaalde recepten/gerechten. Specialiteit uit de regio, maar gemaakt met ingrediënten die ze aan de andere kant van het land ook gebruiken voor een soortgelijk gebakje. Ach, als je zo’n traditie maar te pas en te onpas kan gebruiken om te genieten, zie ik er geen kwaad in. Het gistgebak dat ze al sinds de Middeleeuwen (en wie weet nog eerder) in het zuiden van Frankrijk maken, heeft veel weg van de Kouglof uit de Noordelijke Elzas en door de toevoeging van oranjebloesemwater lijkt dit gebak ook wel een beetje op de Tropezienne van de Côte d’Azur. Die Kouglof vond ik al veel gelijkenissen hebben met de Engelse scones en de Fouace van deze week lijkt daar zeker ook op. Het gebak wordt eerst voorbereid door een hoeveelheid gist te mengen met water en een klein beetje bloem. Zo krijg je een vloeibaar deeg, wat na een uur rijzen enorm in hoeveelheid is toegenomen. Het deed me even denken aan de ‘Herman-kettingbrief-substantie’ die iedereen met schoolgaande kinderen eens met gezonde tegenzin voorbij ziet komen. Voor iedereen die niet weet wat dit is: een gistdeeg dat je aanvult en weer doorgeeft aan vriendjes en vriendinnetjes van je kind (met begeleidend briefje met een ‘maak deze cake en eet hem op want dan ben je m’n beste vriend’ mededeling.... of iets in die richting), terwijl je van een deel van het deeg nog iets dat op een cake lijkt probeert te bakken. Alle bacterie-alarmbellen gaan af bij het idee alleen al: hoe lang bestaat dit doorgeefdeeg? Wat zit er allemaal nog meer in? En aan wie ga ik al dat nieuwe deeg doorgeven? Drama. Een keer, nooit meer.

Het deeg van deze week hoeft gelukkig niet doorgegeven te worden. Je moet het wel na een uur aanvullen met extra bloem en eieren en tien minuten kneden, om vervolgens drie uur later weer flink door te kneden. Ik begon 'comme d’habitude' pas om middernacht aan dit recept. Terwijl ik om half vier ‘s nachts eigenlijk nog een keer in een muisstil en donker huis naar de keuken had moeten sluipen om het deeg te bewerken, draaide ik mij nog een keertje om in mijn warme bed. Traditioneel gezien natuurlijk een schande, maar de cake was er niet minder lekker om (hooguit wat steviger).

Uit de regio Haute-Garonne, Aveyron & Auvergne: Fouace
Recept: Fouace met gedroogde abrikozen



Het deeg, net voor het de oven in gaat.

De Fouace, net uit de oven.
Met abrikozen.


Ingrediënten:
15 g gist
1 dl lauw water
250 g tarwebloem
2 eieren, losgeklopt
1 tl zout
75 g suiker
2 el oranjebloesemwater
100 g boter
een handvol gedroogde abrikozen, in reepjes gesneden

1. Begin een avond van te voren met het deeg (en dan het liefst vroeg in de avond, zodat je het deeg nog een tweede keer kunt kneden).
2. Meng de gist, het water en 50 g van het tarwebloem in een kom door elkaar. Zet deze vochtige massa afgedekt weg op een warme plek en laat het een uur rijzen.
3. Zeef vervolgens de resterende bloem door het mengsel en voeg de eieren en de abrikozen toe. Kneed het deeg 10 minuten stevig. Kneed zout, suiker en de oranjebloesemwater door het deeg. Kneed het geheel door elkaar en voeg vervolgens voorzichtig de zachte boter door het deeg. Als het te plakkerig blijft kun je wat bloem toevoegen, totdat het een zacht en soepel deeg wordt.
4. Leg het deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en dek af met een katoenen doek. Laat het drie uur rijzen.
5. Kneed het deeg daarna opnieuw en laat het een nacht afgedekt staan op een koele plaats.
6. Verwarm de oven de volgende ochtend voor op 225º C (200 º hetelucht).
7. Vorm een mooie krans op de bakplaat, decoreer met Chignon* en bak in ongeveer 30 minuten goudbruin.
8. Serveer met slagroom en abrikozenjam.

* De Chignon is een soort opgerolde slak, gemaakt van een reepje van het deeg. Voor elke pond die de Fouace aan gewicht heeft wordt een Chignon op de cake gedraaid. Deze cake van een kilo mocht twee decoratieve slakken krijgen.