maandag 12 november 2012

Bardot & La Tarte Tropézienne



Regio 5: Provence-Alpes-Côte d’Azur,
deel 4: ‘And God created woman…’
Toen de uitgehongerde filmcrew van regisseur Roger Vadim in 1955 na dagen filmen op een strand bij St. Tropez de tanden kon zetten in een taartje, gemaakt door een uit Polen afkomstige bakker, werd er geschiedenis geschreven. Dit taartje uit St. Tropez heeft zijn naam te danken aan Brigitte Bardot, hoofdrolspeelster in de film ‘And God created woman…’, die zo gek was op de taart dat zij besloot de taart te voorzien van een echte naam: La Tarte Tropézienne. Bardot; actrice, model, sexbom, vamp, zangeres, mannenverslindster en het gezicht van het decadente Zuiden wordt in 1934 geboren in Parijs, opgeleid tot ballerina en begint met modellenwerk op 15-jarige leeftijd. In 1952 is ze voor het eerst te zien op het witte doek in 'Le Trou Normand'. In hetzelfde jaar trouwt ze op 18-jarige leeftijd met regisseur Roger Vadim en speelt ze de hoofdrol in zijn film ‘And God created woman’ (1956). Een paar jaar later scheiden ze en Bardot stort zich in vele nieuwe liefdeslevens met onder andere Jacques Charrier, de Duitse miljonair Gunther Sachs, politicus Bernard d’Ormale, zanger Serge Gainsbourg, Sacha Distel en Jean-Louis Trintignant (acteur). Een mooie opsomming. Bardot heeft deze taart wereldberoemd gemaakt en het feit dat zij er niet vanaf kon blijven stemt mij vrolijk. Deze mooie actrice leefde niet enkel op sigaretten, water en wijn, maar kon ook genieten van een stevig taartje op zijn tijd.

La Tarte Tropézienne heeft veel weg van een ordinair Nederlands puddingbroodje, maar dan chiquer. Het broodje is gemaakt van een brioche-achtig deeg en de subtiele smaak van Fleur d’oranger (oranjebloesemwater) geeft een exotisch tintje aan de crème patisserie. De uit Polen afkomstige bakker Alexandre Micka werd door de aandacht van Bardot in een klap beroemd. Voor zijn kleine bakkerij in St. Tropez staan vandaag de dag nog lange rijen mensen die een echte Tropézienne willen proeven. Het familierecept hield hij geheim en gaf hij door aan zijn opvolger Albert Dufrêne, die met de Tropézienne geheel Zuid Frankrijk (en verder) verovert. Met diverse vestigingen van de bakkerij en een enorme expansiedrift (hij produceert in zijn bakkerijen zo’n 2000 taarten per dag) weet hij de ronde vormen van (vrouwelijk) Frankrijk flink te verstevigen.

Hoewel het recept eigenlijk geheim is, vond ik toch een mooie benadering op het internet van Herve Cuisine.

Uit de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur: 'And God created woman…'
Recept: mini tartes Tropézienne



Brioche-broodjes.

Met grove stukken suiker.

Net uit de oven...
La mini Tarte Tropézienne.

Met een vulling van crème patisserie!


Ingrediënten:
350 g bloem
150 ml lauwe melk
50 g suiker
1 snuf zout
1 ei
half zakje bakkersgist

1 el fleur d'oranger
75 g gesmolten roomboter

voor de vulling
450 ml melk
3 eieren (2 heel, 1 eigeel)
150 ml slagroom
125 gr roomboter
vanillestokje
150 g suiker
60 g maizena
Voor de decoratie:
1 ei, losgeklopt
grof suiker of 6 suikerklontjes, grof gestampt in een vijzel

1. Maak eerst het deeg voor de brioche-broodjes. Het deeg moet ongeveer twee uur rijzen. Doe de melk, suiker, het ei, een snufje zout, de gesmolten boter, een eetlepel fleur d'oranger in een kom en zeef de bloem erboven. Voeg de helft van een zakje instantgist toe (3,5 g).
2. Kneed het geheel in ongeveer 6 minuten in een keukenmachine tot een soepel deeg (10 minuten als je het met de hand doet).
3. Maak een mooie bol van het deeg. Plaats de bol in een schone kom, dek af met plastic folie en zet weg op een warme plek om te laten rijzen. Laat minimaal 1 uur staan (liefst langer).
4. Als het deeg mooi gerezen is (verdubbeld in hoeveelheid), kneed het deeg dan weer goed door, zodat de lucht uit het deeg is en het deeg weer slinkt. Verdeel het deeg in 8 stukken en draai mooie bolletjes. Plaats de bolletjes op een met bakpapier beklede ovenplaat en druk de bolletjes iets plat. Zorg voor ruimte tussen de bollen.
5. Plaats de ovenplaat met de 8 bollen in een oven met een temperatuur van ongeveer 30º C en laat de bollen op deze manier nog een half uur in de oven rijzen.
6. Maak intussen de vulling door het merg uit het vanillestokje te schrapen en het merg en het stokje samen met de melk in een pan met dikke bodem op te warmen tot het kookpunt.
7. Klop in een andere kom de suiker en de eieren (twee hele eieren en een eierdooier) tot een zachtgeel en romig geheel.
8. Voeg de maïzena toe en mix het goed door het mengsel totdat het geheel mooi glad is. Verwijder het vanillestokje uit de melk en roer de gekookte melk voorzichtig door het ei-suikermengsel heen.
9. Doe het geheel terug in de pan, voeg de vloeibare slagroom toe en verwarm zachtjes, onder voortdurend roeren, tot het mengsel dikker wordt van structuur.
10. Haal de pan van het vuur, voeg de boter toe en mix tot het geheel een mooie gladde structuur heeft. Laat afkoelen en zet weg in de koelkast.
11. Haal de gerezen bollen uit de oven. Klop een ei los en bestrijk de gerezen bollen met een kwastje, zodat ze een mooi laagje krijgen. Besprenkel de bollen met grof suiker. In Frankrijk kun je grote stukken suiker kopen in de supermarkt, maar ik heb ze helaas niet meegenomen deze zomer. Om toch grof suiker op de Tropézienne te kunnen strooien heb ik 6 suikerklontjes grof gestampt in de vijzel; werkt ook prima).
12. Plaats de ovenplaat met de bollen in een voorverwarmde oven op 175º C (160º hetelucht), gedurende 20 minuten.
13. Haal de bollen uit de oven als ze mooi bruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster en snijd ze voorzichtig doormidden.
14. Vul een spuitzak met de crème en spuit een mooie sliert op de onderste helft van de Tropézienne. Plaats de bovenste helft er bovenop en voilà: La (mini) Tarte Tropézienne.