Mijn eigen Hortense;-) |
Yesss! Ik heb de derde prijs gewonnen met mijn verhaal! Een paar weken geleden las ik een oproep van het Utrechts Landschap om vooral mee te schrijven in een verhalenwedstrijd waarbij je je moest laten inspireren door de Kromme Rijn. Die stroomt ongeveer door mijn achtertuin. Een mooi moment om me er eens te verdiepen. Ik had altijd al willen uitzoeken wat Napoleon hier nou eigenlijk deed. Ik had er vaag iets over gehoord en bleef me maar verbazen over het gegeven dat die man op alle plekken tegelijk leek te zijn geweest. Parijs, Corsica, Moskou, Waterloo... en dan ook nog hier op landgoed Amelisweerd? Nee, toch niet. Dat bleek zijn broer Lodewijk Napoleon te zijn geweest. Een beetje een deceptie totdat ik meer te weten kwam over deze man. Hij bleek een goede vent met een gebroken hart en een bemoeizuchtige broer. Genoeg inspiratie voor een verhaal (dat slechts in 800 woorden mocht worden geschreven)! Ik liet Lodewijk een brief schrijven. Ik hoop het verhaal terug te zien in een publicatie van het Utrechts Landschap, maar wil 'm ook graag delen met jullie! Deze week dus geen taart, maar een stukje (Franse) liefde;-)
De acht van Lodewijk Napoleon
Van 1808 tot 1810 behoorde het landgoed Amelisweerd toe aan Lodewijk Napoleon Bonaparte, de jongere broer van keizer Napoleon I. De op Corsica geboren telg uit de Bonaparte dynastie werd door zijn grote broer uitgehuwelijkt aan diens stiefdochter Hortense de Beauharnais en benoemd tot koning van Holland. Lodewijk Napoleon sloot het land in zijn hart en probeerde veel te betekenen voor het Nederlandse volk. Hij hielp de armen maar verbleef zelf graag in mooie landhuizen en paleizen. Zijn plannen voor het landgoed Amelisweerd waren groots, maar hij verbleef er slechts acht dagen. Waarom? Zijn oudste zoon was overleden en zijn vrouw woonde in Frankrijk. Misschien overdacht hij op het landgoed zijn leven en schreef hij een brief aan zijn vrouw, in een poging hun ongelukkige huwelijk te redden? Tevergeefs, want zijn vrouw zou nooit meer naar Nederland komen. Speelde zijn verdriet hem parten?
Voorjaar 1808, Amelisweerd, Utrecht, Holland
Aan mijn vrouw Hortense,
In een laatste poging nader tot elkaar te komen, schrijf ik je deze brief. Ik kan niet leven met de gedachte een heel koninkrijk te kunnen redden, maar mijn eigen huwelijk te laten eindigen in een farçe. De huwelijkse staat heeft ons niet gebracht wat wij ervan verwachtten. Hoewel ik nooit iets heb begrepen van jouw aversie tegen dit mooie kleine land, respecteerde ik jouw wens om Frankrijk te verkiezen boven mijn koninkrijk. Ik heb je laten terugkeren naar Parijs, waar jij jouw leven leidt. Maar de afstand die gelegen is tussen onze verblijven, toont pijnlijk aan hoeveel wij van elkaar verwijderd zijn. Een huwelijk als het onze, gearrangeerd door mijn broer Napoleon, vergt inzet en aandacht om draaglijk te worden. Had ik meer kunnen doen om jou gelukkig te maken?
Ik schrijf je vanaf mijn nieuwe buitenplaats Amelisweerd, bij Utrecht. De avond is gevallen. Langs de waterkant van de Kromme Rijn kwaken kikkers. Een merel heeft zojuist haar laatste lied gezongen. De belofte van zomer hangt al in de lucht, maar de avonden zijn nog fris. Ik zit in de deuropening van het kleine landhuis en word overvallen door een gevoel van dankbaarheid. Dankbaar voor de jaren die ik, in de schaduw van mijn broer, als koning van dit land heb mogen dienen. Dankbaar voor de kansen die ik kreeg het volk te overtuigen van mijn oprechte bedoelingen.
Op last van mijn broer werd ik koning van Holland, maar de Hollanders hadden het graag anders gezien. Zij verachten bemoeizucht van de Franse Keizer. De Hollanders beslissen liever zelf. Ik moest hun harten veroveren door daadkracht en ijver. Ik moest hen overtuigen van mijn interesse in het land. Ik bezocht zieken en armen, hielp bij de Leidse buskruitramp en heb alle uithoeken van het land bezocht. Mijn interesse was niet vanzelfsprekend. In eerste instantie wilde ik geen koning worden van dit land. Het vooruitzicht te moeten werken als ondergeschikte van mijn broer leek mij een onwenselijke positie. Maar door zijn onverbiddelijkheid heb ik mij moeten schikken in mijn lot. Een lot dat ik naar mijn hand heb willen zetten door mijn rol als connétable van het Franse keizerrijk niet als mijn voornaamste taak te zien, maar altijd het belang van het volk van Holland voor ogen te houden bij mijn handelen. Dit heeft veel wrijving veroorzaakt tussen mij en mijn broer. Hortense, als je hier langer was gebleven had je kunnen begrijpen waarom ik Holland in mijn hart sloot en had je kunnen ervaren hoe bijzonder mooi dit land is. Het vlakke landschap met zijn meanderende rivieren, oeverwallen, de vruchtbare akkers en de vele slootjes. Het land bestaat haast enkel uit water, maar de slimme Hollanders weten er raad mee.
Van deze buitenplaats wil ik mijn nieuwe koninklijke residentie maken. Er is genoeg ruimte voor mijn manschappen op Nieuw-Amelisweerd en zelf ben ik gecharmeerd van het landhuis op Oud-Amelisweerd. In dit landhuis zal ik ook kamers inrichten voor jou en jouw gevolg. Ik hoop je hier te mogen verwelkomen, zodat wij weer in elkaars nabijheid kunnen leven. Het kind dat je draagt kan in Holland geboren worden en ook voor onze andere zoon Napoleon Lodewijk is genoeg ruimte. Hij kan zich vermaken in de bossen rond het landhuis en varen over het water dat langs het landhuis stroomt.
Ik ben je dankbaar voor de zoons die je me schonk en voor het kind dat spoedig komt. Laten we de verbondenheid die wij voelden toen onze oudste zoon Napoleon Karel vorig jaar overleed, vasthouden en verdiepen. Kom bij mij wonen. Men noemt mij hier in Holland ‘Vader der Ongelukkigen’. Hortense, laat mij dit ongelukkige huwelijk redden. Geef mij de kans jou hier op Amelisweerd te laten zien dat Holland ons de ruimte biedt ons huwelijk krachtiger en liefdevoller te maken. Laten wij samen onderdeel uitmaken van dit prachtige land.
Sincèrement, Lodewijk